Jiri Rambor de zoon van een wapensmid in Vézelay krijgt tijdens een toespraak van Bernard van Clairvaux te horen dat er een kruistocht wordt georganiseerd. Hij ziet tijdens het uitdelen van de kruisen een rood kruis op de grond liggen wat voor hem een teken van God gezonden is en voegt zich daarom bij deze kruistocht onder leiding van de koning Louis en koningin Eleonore van Frankrijk. Daar komt nog bij dat vrouw Chantal hem heeft voorspeld dat hij een gouden dolk in bezit zou krijgen. Hij weet dat de Gouden dolk, waarvan hij zijn Opa die de eerste kruistocht heeft meegemaakt heeft horen zeggen dat dit het mooiste wapen ter wereld is en dat deze nou in het bezit is van zekere Nour-ed-Din, de leider van een grote groep Saracenen (Turken) waar ze waarschijnlijk tegen gaan strijden, hij denkt dat hij hiermee in het bezit van de Gouden dolk kan komen. Eenmaal onderweg samen met zijn neef Arnold komt hij erachter dat zijn oudste broer Aycan ook meegegaan is met een groepje pelgrims terwijl hij thuis zijn vader in de smederij moest helpen. Hij krijgt een grote hekel aan zijn broer. Later wordt Oda, een lief meisje van de hofhouding van de koningin, zijn grote liefde. In Giekenland krijgt Jiri een nieuwe vriend erbij namelijk Thomas die Frans leert van Jiri Jiri leert op zijn beurt weer Grieks van hem. En na een verblijf in Constantinopel trekken ze weer verder nu door het gebergte van Anatolië waar ze een slag op de Turken verliezen en waar Aycan tot grote spijt van Jiri vertelt dat hij moslim wordt. Eenmaal bij de kust aangekomen worden ze in schepen naar Antiochië gevaren, maar daar blijven ze niet lang en trekken regelrecht naar de heilige stad Jeruzalem. Hier boeten de meeste mensen hun zonden op Na lang overleg vertrekken ze naar de stad Damascus om die in te nemen. Hier worden Jiri en Arnold door de Turken van deze stad ontvoerd. Het kruisleger half verzwakt en uitgeput door kleine aanvallen van de Turken trekt weg. Jiri en Arnold worden verkocht aan Nour-ed-Din de bezitter van de gouden dolk en hun leven dreigt daarmee op de slavenmarkt te moeten eindigen, maar door toedoen van Aycan, inmiddels lijfwacht van Nour-ed-Din worden ze vrijgelaten en gaan ze terug naar hun eigen huis en thuis namelijk Vézelay in Bourgondië. Hier vinden ze een grafkamer met een grote schatten en een mooie dolk volgens de voorspelling van vrouw Chantal in Vézelay. Besluiten daarmee naar Parijs te gaan en te trouwen. Jiri natuurlijk met Oda. En Arnold?

BRON: http://www.scholieren.com/boekverslag/58198